header01

Laatst bijgewerkt op 20 december 2018


cover-back
cover-front

COLOFON

Auteur: Toon Moolenaar

Broncorrecties en adviezen: Willy Aarts, Paul Holland, Aad Krekelaar

Samenstelling: Marcel Delhez, Gerald Megens, Leo Stakenburg

Foto's: Lenie Aarts, Lies Leenders, Wim Koene, Hennie Kok, Fam. Vrenssen, PR-commissie

Overzichtstekeningen: Paul Holland

Vormgeving en druk: Schoth Grafimedia B.V., Boxmeer

 

Voorwoord

In 2003 bestaat LTC Uden 30 jaar. Dit is voor het bestuur aanleiding geweest om Toon Moolenaar, lid van de vereniging, te vragen de historie op te tekenen. Het resultaat heeft u nu in handen. "De Hoeden en de Petten" geeft op beknopte wijze de geschiedenis van het tennis in Uden en nog specifieker die van LTC Uden weer.

Uden kent een rijke historie als het om tennis gaat. Velen van u zullen niet weten dat er in de jaren '30 in het centrum al getennist werd. "De Hoeden en de Petten"geeft in eerste gedeelte een helder beeld over de ontstaansgeschiedenis van dit tennis. Vanaf de oprichtingsdatum in 1973 geven we u chronologisch een overzicht van de belangrijkste gebeurtenisssen onder de vlag van LTC Uden. In de bijlagen staan 'de Stamboom', de ontvangers van de 'Bruine Beren Beker', de clubkampioenen en een overzicht van de ereleden.

U komt in het boek veel namen van mensen tegen die het tennis in Uden een warm hart hebben toegedragen. Velen zijn echter ook niet met naam genoemd. Gelet op het grote aantal actieven in de vereniging, nu en in het verleden, bleek dit een onmogelijke opgave te zijn. Onze dank gaat dan ook uit naar al deze vrijwilligers. Zonder hen immers geen tennis en dus geen historisch overzicht.

Bij de samenstelling van het boek hebben we gebruik gemaakt van diverse bronnen. Uiteraard is daarbij getracht alle zorgvuldigheid in acht te nemen. Mochten we desondanks ergens een naam foutief of helemaal niet hebben kunnen achterhalen dan willen we ons hierover vooraf excuseren. De foto's zijn veelal afkomstig uit privé-albums van diverse leden. Gelukkig is hiervan veel bewaard gebleven zodat ze u een indruk geven over de tijd die vooraf ging aan 30 jaar LTC Uden.

De samenstellers van 'De Hoeden en de Petten' wensen u veel, voor sommigen heel herkenbaar, leesplezier en hopen zo een stukje tennisgeschiedenis van LTC Uden bij u te laten voortleven.

De Hoeden en de Petten

 

De geschiedenis van de Lawn Tennis Club Uden door Toon Moolenaar.

Waar het tennis zich in Nederland in vorige eeuw heeft ontwikkeld van een van oorsprong elitaire sport voor iedereen en voor praktisch alle leeftijden, kan men zich ook in Uden, de plaats van LTC Uden, afvragen, hoe dit proces zich geeft afgespeeld.

Een onderzoek hiernaar leidt naar de voorlopers van LTC Uden en dan blijkt, dat de tennissport in Uden al lang, voordat er van LTC Uden sprake was, werd beoefend. 

Officiële informatie over tennis vind je pas in de eerste gemeentegids van Uden van 1969 – ( toen de Lawn Tennis Club Uden nog niet bestond). Er opereren dan een drietal tennisverenigingen, welke - zo zal blijken - de voorlopers zijn van LTC Uden. Uit informatie over de voorlopers van LTC Uden bij enkele ouderen onder ons, die de gebeurtenissen van toen hebben meegemaakt of uit overlevering kunnen navertellen, wordt duidelijk, dat er in Uden al lang voor de tweede werelsoorlog werd getennist. Zo werd er bij het Missiehuis St.Willebrord van de paters S.V.D. in het huidige sportpark door paters en studenten getennist.

Maar ook in het centrum van Uden bestond vanaf 1933 een echte tennisclub met een eigen baan. Deze beide omstandigheden spelen een belangrijke rol bij de ontwikkelingen op tennisgebied in Uden en hebben zelfs geleid tot het ontstaan en de oprichting van de "Lawn Tennis Club Uden". Met name de tennisvereniging in het centrum van Uden is een regelrechte voorloper van LTC Uden en vormt een stukje geschiedenis op zich zelf, natuurlijk gekleurd door de omstandigheden van die tijd. Deze oudste vereniging werd officieel op 1 april 1933 opgericht. (akte 15 juli 1935).

U moet zich Uden in de jaren dertig voorstellen als een agrarisch dorp met een overwegend Rooms Katholieke bevolking van amper 8.000 inwoners.

Uden was op vele terreinen nog echt een achtergebleven gebied. Zo waren er voor de gewone man enkele sportverenigingen, zoals een turnvereniging, voetbal, in 1919 was immers ons aller UDI opgericht. Op Vluchtoord kende Uden zelfs een, op Belgische leest geschoeide, heuse wielerbaan. Vroeger werd dit genoemd 'Het Kamp', omdat in de oorlog 1914-1918 op deze plaats een kamp voor Belgische vluchtelingen was ingericht. De bewoners van dit kamp hebben toen zelf deze wielerbaan aangelegd. Op Bedaf bestond al vanaf 1906 een schietvereniging. Maar tennis bestond in Uden nog niet.

Net als overal in Nederland kende Uden in die tijd bepaalde personen of families, die wat meer op de voorgrond traden, zoals de dokter, de notaris, de dierenarts, een fabrikant, kortom mensen, die gewoon waren initiatieven te nemen, over de grenzen van de gemeente heen te kijken en vaak ook vernieuwing brachten.

Voor de mensen ken de Uden winig sportieve ontspanning.

DE ZEVENSTER

Maar de meisjes Coenen tennisten op kostschool Mariënburg in Nijmegen, terwijl de meisjes Van der Putten in Veghel, waar toen al wel werd getennist, als introducé werden uitgenodigd. Mevr. (Doet) Coenen, nu wonend in Veghel, weet het nog precies. Bij een familiebezoekje werd door de dames Coenen en Van Sleeuwen het idee geopperd ook in Uden te gaan tennissen. Het hing gewoon in de lucht, zegt Mevr. Coenen, en het idee werd dan ook snel overgenomen en in plannen omgezet. Zoals dat paste in die tijd, werden de plannen eerst door de heren Coenen en Koning met pastoor Swinkels een ander vooraanstaand lid van de samenleving, besproken.

Deze pastoor Swinkels, een vriendelijke en erg gezien man, had aanvankelijk wel bezwaren, welke vooral bleken ingegeven door kapelaan Brekelmans, die van deze nieuwigheid niets moest hebben. Uiteindelijk vond pastoor Swinkels het toch goed, mits op zondag pas na de hoogmis met tennissen zou worden begonnen en er niet gemengd zou worden getennist. "Mixed-dubbel" was er dus niet bij. Notaris Snel ging echter gewoon met zijn vrouw tennissen en de kerkelijke bezwaren ebden vanzelf weg.


blz-2De Korenbeurs

Bij het maken van de plannen was het oog gevallen op een terrein achter hotel “De Korenbeurs” aan de Marktstraat. Dit hotel stond op het perceel, waar nu M&S Mode staat en tegenover hotel Bellevue (nu Hout Brox). De oplettende waarnemer kan nu tussen de winkels van Foto De Vakman en M&S Mode de toegang tot die tennisbaan nog vinden en ook is achter Foto De Vakman de omheining van de tennisbaan, welke nu dienst doet als parkeerterrein, nog aanwezig.

Het waren zeven vooraanstaande families, die geld bijeen brachten om op dit terrein een betonbaan te laten aanleggen. Ook richtten de zeven families een tennisclub op, welke heel toepasselijk “De Zevenster” werd gedoopt. 

Tot de zeven initiatief nemende families behoorden:

Johan Coenen, fabrikant, de ouders van Doet (voormeld) en Klaas †;

Kirch, directeur melkfabriek;

Koning, de ouders van de latere huisarts Koning, gehuwd met Rie van Sleeuwen (dochter van Jan van Sleeuwen van de smederij en ijzerhandel in de Kapelstraat);

Leo van der Putten, oom van genoemde meisjes Van der Putten en exploitant van de oliemolen in de Bitswijkstraat. (Deze oliemolen werd in 1982 verbouwd tot 14 zgn. HAT-eenheden, woningen voor 1- en 2-persoons huishoudens, thans Houtkers);

Van Sleeuwen-van der Putten, winkel in galanterieën in de Marktstraat op het perceel waar nu Bressers-Mannenmode staat;

Spierings, kassier boerenleenbank en muziekleraar, ouders van de toen 12-jarige Frans Spierings (St. Annastraat 24 Uden); Stael, notaris te Uden;

Bergmann-van der Putten, de ouders van Harrie Bergmann.  

blz-3

 

Zo werd er in het centrum van Uden dus getennist, al was er vooral sprake van “mooi weer tennis”. Er werd ook in stijl getennist, d.w.z. de dames keurig in het lang - wit en de heren in lange broek. Daar Uden nog geen sportwinkels had, moesten kleding en sportartikelen in Den Bosch of Nijmegen worden gekocht.

Door middel van een belletje in een houten huisje bleef het contact met De Korenbeurs bestaan; voor het bezorgen van drankjes wel te verstaan.

In hotel Bellevue werden de “jaarvergaderingen” gehouden met als bijzondere attractie de grote achtertuin voor het jonge volk!  

 

De Zevenster was een vrienden-club, welke naar eigen goeddunken anderen toeliet of uitnodigde. Vaak ging het daarbij om familieleden of bevriende relaties.

Zo treffen we later namen aan als:

Piet Bollen, dierenarts, gehuwd met Van der Putten,

Koning, huisarts, gehuwd met Van Sleeuwen,

Ph. van Campen, gehuwd met Van der Putten,
Schoenmakers, industrieel te Veghel.

 

Zonder deel te nemen aan competitie of toernooien en zonder tennislessen dobberde De Zevenster verder, meer een gezelligheidsclubje dan een echte tennisvereniging.

Zo werd dus ook in de oorlogsjaren in het centrum van Uden getennist. Of er bij het missiehuis in die tijd ook werd getennist is niet bekend, daar dit gebouw als geheel door de Duitse bezetters voor eigen gebruik was gevorderd.

 

Na de tweede wereldoorlog (Uden had intussen 10.000 inwoners) wilden meer mensen gaan tennissen, maar De Zevenster was nog steeds een besloten club van oprichters – eigenaren. Er was zelfs een huishoudelijk reglement, waarin de ballotage aan het bestuur werd opgedragen. De ballotage bleef wel geheim: “Slechts zal worden medegedeeld, of een aspirant lid zal worden aangenomen of niet; werd een aspirant lid gedeballoteerd, zo werd hem het betaalde entree geld gerestitueerd.”  

De Zevenster kreeg in de volksmond dan ook het predikaat ”elitair” toebedeeld.

DE GAME FIGHTERS

Het gevolg van de houding van De Zevenster was, dat er om in de aanwezige behoefte te voorzien een nieuwe tennisvereniging werd opgericht. En zo zag op 2 mei 1946 in Uden een tweede tennisvereniging, genaamd   ”De Game Fighters”   het levenslicht, een club voor “gewone” mensen, die in de volksmond al gauw de naam “pettenvereniging” kreeg.  

 

Deze Game Fighters mochten van de gemeente tennissen op de betonnen tennisbaan van het voormalige Missiehuis St.Willibrord, gelegen tegenover de ijsbaan, achter het huidige hoofdveld van UDI’19. De Duitse bezetters hadden het missiehuis bij hun gedwongen vertrek op 4 september 1944 door brand volledig  verwoest.  

blz-4De nieuwe vereniging betaalde voor het gebruik van de tennisbaan van de paters aan de gemeente een symbolische huurprijs van ƒ 1,-- (ÉÉN GULDEN) per jaar. De voor die jaren nog gebruikelijke geestelijk adviseur werd door de nieuwe club - misschien als reactie op de elitaire houding van De Zevenster - unaniem afgewezen.  

 

Uden had op deze wijze in 1946 ineens twee tennisverenigingen: De Zevenster in het centrum en De Game-fighters in wat nu het sportpark is. De onderlinge verhouding tussen beide verenigingen was gelet op de voorgeschiedenis wel enigermate gespannen; zo zou nog blijken.  

 

Uden hoorde in de jaren na de oorlog nog tot de relatief kleinere gemeenten. Maar door serieuze inspanningen van het gemeentebestuur werd Uden als industriekern opgenomen in het provinciale welvaartsplan. Een voor die tijd belangrijke ontwikkeling. Immers, dit betekende groei van de industriële werkgelegenheid in een tot dusver agrarisch dorp.  

 

Uden dacht dus vooruit en omdat er naast een industrieterrein ook behoefte bestond aan ontspanningsterreinen, voteerde de gemeenteraad in 1950 een crediet voor het opnemen van een terrein ten behoeve van sportvelden annex zwembad, alsmede voor het maken van een schetsplan. 

missiehuis

Toen de paters van de S.V.D. (societas verbum Dei) besloten hun missiehuis niet meer in Uden (maar in Deurne) te herbouwen, zag de gemeente hierin een unieke gelegenheid haar voorgenomen plannen te realiseren.  

 

De gemeente nam deze gelegenheid te baat en - na enig onderhandelen - werd in 1952 het hele terrein met een oppervlakte van ca 20,5 ha, waaronder een boerderij van de paters voor ƒ 115.000,-- gekocht en tot ontspanningsterrein bestemd. Hiermee werd, nadat ook met pachter Piet Timmers (nu Boekelsedijk 11) een regeling was getroffen, de basis gelegd voor het huidige sportpark van Uden. Het Albert Janssen-pad, langs de tennisbanen , herinnert nog aan de stichter van het missiehuis. Zo houdt het monument in het park (tegenover de tennisbanen, de muurtjes bij de vijver) de herinnering aan het missiehuis (eerst de Urselinen, later de S.V.D.) in stand.

blz-6In de vijftiger jaren leidden de twee Udense tennisclubs elk hun eigen leven: Bij De Zevenster prevaleerde nog altijd het gezelligheidsprincipe, terwijl voor De Game-fighters het sportieve element een belangrijke rol speelde. Elke vereniging handhaafde haar eigen cultuur, welke in de onderlinge confrontaties alleen nog maar werd versterkt. De volksmond typeerde de tegenstelling inmiddels als “de hoeden” en “de petten”.  

 

Toch ging De Zevenster op een goed moment - mede om haar toekomst zekerte stellen - behoefte gevoelen aan nieuwe jeugdleden. Deze werden dan ook eenvoudiger toegelaten. Anderen zagen hierin weer de kans onder de ballotage uit te komen. Ze meldden hun kinderen als lid bij De Zevenster aan en een jaar later konden zijzelf moeilijk worden geweigerd!  

FOETSIE MOETIE

 

In 1956 wilde “De Game-fighters” in haar streven naar vooruitgang lid worden van de KNLTB, maar hierbij deed zich het probleem voor, dat er al een vereniging met deze naam bestond. Er moest een nieuwe naam worden bedacht, waarvoor - heel democratisch - een prijsvraag werd uitgeschreven. Op een bestuursvergadering ten huize van Harrie Bergmann † werd besloten om nader te informeren naar de mogelijkheid van een lidmaatschap van de KNLTB. Dit was in de zomer van 1955.

 

Ondertussen was reeds bekend dat in Oss, op de Hertogin Johannasingel, de Heer Habing woonde, gedelegeerde van de KNLTB. Harrie Bergmann (voorzitter) en Willy Aarts (secretaris) spraken af daags na voornoemde vergadering ’s avonds met de fiets naar Oss te gaan. Alwaar toen de eerste contacten zijn gelegd voor toetreding tot de KNLTB.  

 

De nieuwe naam, ingebracht door Harrie Bergmann luidde: “Foetsie  Moetie”  “geef de bal een klap, dan moet ie foetsie”. Al werd de naam door de KNLTB als “origineel” geaccepteerd en ingeschreven, hij werkte niettemin veelvuldig op de lachspieren. Zo zou het bij begrafenissen pijnlijk kunnen zijn (en ook ervaren):   < een krans met lint en tekst: “Foetsie Moetie” >  

 

Uden verwelkomde in 1958 intussen haar 15.000-ste inwoner en met de inwonergroei nam - naast andere sporten - ook de belangstelling voor het tennis toe. Maar beide tennisverenigingen hadden nog steeds slechts één betonnen baan ter beschikking.  

 

De gemeente liet daarom binnen het kader van haar beleidsplan in dit jaar de eerste 3 gravelbanen in het nieuwe sportpark aanleggen, welke op 17 augustus in gebruik konden worden genomen. Zaterdag 16 augustus liet de gemeente telefonisch weten, dat de nieuwe tennisbanen in gebruik konden worden genomen met het verzoek om in ‘t wit en op tennisschoenen te verschijnen.  

 

De Zevenster en Foetsie Moetie huurden van de gemeente elk één baan voor ƒ 500,-- per jaar (de huidige banen 1 en 3). De banen zouden bovendien elk jaar van huurder wisselen; eerlijker kon het niet! De betonnen baan bij de vijver werd bij de aanleg van andere werken geruimd. De betonnen  baan van de Zevenster in het dorp is, zoals gezegd, nog altijd te bewonderen!  

 

Intussen was ook bij de ambtenaren van de gemeente, die de plannen voor de uitbreiding van het sportpark hadden voorbereid, interesse voor het tennis gewekt. Mede door de concurrentie tussen de twee lokale verenigingen lukte het hen ook een baan van de gemeente te huren. Het werd baan 2 tussen de twee “kemphanen” in.  

 

Zo ontstond De Tennisvereniging Ambtenaren, (officieel opgericht op 1 mei 1961), welke meteen 70 leden telde. De ambtenaren stelden onderling roosters op voor wie er wanneer mocht tennissen. Sommigen gingen b.v. op een rustige zondagavond met heel hun gezin op de ambtenarenbaan spelen.

blz-7 

In 1959 waren er daarom 3 tennisverenigingen in Uden met elk één gravelbaan in het nieuwe sportpark. Voor die jaren echt een luxe, al bestond er nog geen kleedruimte of paviljoen. Gelukkig stond er aan de kant van het dierenpark een wagen van de Nederl. Heidemij, waar men zonodig kon schuilen of wachten. De gravelbanen waren toch alleen maar in de zomermaanden geopend.  

 

Ballen werden in die tijd door de clubs verstrekt! De leden van De Zevenster haalden de ballen op bij de voorzitter. Was iemand je voor geweest, dan hing er een bordje bij de deur  “ballen op de baan”. Bij Foetsie Moetie kon je de ballen afhalen bij Lenie Aarts. Waren ze al op de baan, dan stond er bij Lenie een oranje vlaggetje in de bloembak. Ook de ambtenaren hadden een eigen doos ballen. Deze werden gehaald en gebracht bij Math Peters, die toen de witte bungalow voor in het park bewoonde. De prijs voor de ballen bedroeg toen ƒ 26,60 per dozijn. (Anno 2003 zou hiervoor dit bedrag in euro’s moeten worden betaald).  

blz-8Op de ledenvergadering van 27 februari 1959 werd Jos van Oort, als opvolger van J. Aldenhysen, gekozen tot de nieuwe voorzitter van Foetsie Moetie. In deze vergadering werd tevens besloten een lijst op te stellen voor eerste deelname aan de competitie. Alle aanvragen voor toetreding van nieuwe leden werden gehonoreerd. De jaarlijkse feestavond werd - zoals intussen gebruikelijk aan het begin van het nieuwe seizoen - gehouden in café Van Eldonk, Lieve Vrouwenplein. Op zondag 25 mei van hetzelfde jaar wordt er een echte tenniswedstrijd gehouden tegen de tennisclub van Heeswijk.  

 

Saillant détail in 1959 was, dat De Zevenster door de eigen ballotage een - zo zou later blijken - belangrijk nieuw lid misliep. Ene Wim Koene meldde zich als lid aan bij een bestuurslid, die bij het horen van de naam onmiddellijk een inschrijf formulier nam en de naam “Coenen” (n.b. een van de oprichters) invulde. “Neemt U me niet kwalijk” zei Wim, maar het is “Koene” met een “K”!. Tja, die “K” deed Wim de das om; hij kon geen lid worden. Nam de geschiedenis hier een andere wending? We komen de naam “Koene” in het Udense tennisgebeuren n.l. nog veelvuldig tegen!  

 

“De Zevenster” begon langzaam maar zeker te vergrijzen, want jongelui, die een aardige bal konden slaan, gingen over naar “Foetsie Moetie”, waar voor hen in sportief opzicht meer mogelijkheden lagen.  

 

Zo werd er dit jaar bij Foetsie Moetie met junior-leden gesproken over de oprichting van een juniorbestuur en werd een juniorenbestuur geformeerd. Er werd een trainingsschema voor de jeugd opgesteld en door de junioren zelf een junioren-toernooi georganiseerd. P. Diks, H. van de Dungen en secretaresse Lenie Aarts stelden zich beschikbaar om de juniorleden te trainen.  

 

Het bestuur zou proberen een toernooi in elkaar te zetten. Dit werd het eerste seniorentoernooi, gehouden op 27 en 28 juni 1959. Het zit Wim Koene tot op de dag van vandaag niet lekker, dat hij in de finale van dit toernooi verloor van een lid van De Zevenster, kandidaat notaris Frans Morel.

 

Wim Koene (weer dezelfde) werd (ondanks genoemd trauma) gevraagd om de senioren te trainen. De eerste deelname aan de competitie was niet echt succesvol verlopen!

1960 - 1965

 

In 1960 bouwde de gemeente een eerste paviljoen annex kleedgelegenheid op de plaats van het huidige paviljoen. Dit paviljoen, dat bestemd was voor zowel de hockeyclub als de 3 tennisverenigingen, werd beheerd door M.H.C.U., die immers ook in de winter van het paviljoen gebruik maakte. Vaak schaarde men zich met het hele team rondom de oliekachel, welke midden in de ruimte stond.

blz-9Was de onderlinge verhouding van de twee onderling concurrerende tennisverenigingen op één park al verre van ideaal, nu moesten ook nog de bardiensten voor de tennissers door de eigen leden worden verzorgd. “Leden van die deftige club, konden het gewone volk toch niet bedienen !” Dus kocht De Zevenster haar verplichtingen voor f.300,-- per jaar af, welk bedrag in ruil voor het overnemen van de bardiensten werd betaald aan “Foetsie Moetie”. Andere opmerkingen, welke als gevolg van wederzijdse kleine irritaties werden gehoord, als: “ik kan toch niet met de kapper of de groenteboer gaan tennissen “ of “officieren en onderofficieren op één baan, dat kan toch niet” duiden op verhoudingen, welke we ons nu  nauwelijks nog kunnen  voorstellen.  

 

Foetsie Moetie begon in dit jaar - zij het met matig succes - met de zgn. ladderwedstrijden. Ook nam Foetsie Moetie voor het eerst deel aan de regionale competitie met de leden Piet Diks, Harrie Bergmann, Henk van de Dungen en Wim Koene en de dames Els van de Dungen, Maria van Oers, Lenie Aarts en Stefanie Bergmann. Bij de thuiswedstrijden werd gepauzeerd in de schaftwagen van de Ned. Heidemij. Wim Koene trok er toen op zijn fiets uit om bij het zwembad wat frisdrank voor de gasten te gaan kopen.  

 

In de ledenvergadering van 1961 werd Wim Koene gekozen tot nieuwe voorzitter van Foetsie Moetie. De contributie moest wegens verhoogde baanhuur worden opgetrokken. Besloten werd een girorekening voor de club aan te vragen voor de betaling van de contributie!

 

Vanaf 28 april 1962 worden bij Foetsie Moetie op zaterdagmiddagen door de heer A. Visser de eerste 10 trainingslessen gegeven, waaraan door 14 van de toen ongeveer 70 leden met enthousiasme werd deelgenomen.  

blz-10In 1964 werd Henk van ’t Hul voorzitter van Foetsie Moeti (en deze zocht gedurende de jaren 1964 tot 1968 toenadering tot de Zevenster); secretaris werd Gerard van Dorst en penningmeester St. Bergmann. De vereniging had een begroting van ƒ 1.600,-- en huurde van de gemeente nog steeds één tennisbaan voor intussen ƒ 1.000,-- per jaar. Er was daarbij een batig saldo van ƒ 227,79.

Allerlei activiteiten werden door Foetsie Moetie georganiseerd: Zo werd op 11 en 12 april ter opening van het seizoen het zgn. 11 games toernooi gehouden, dat werd besloten met een feestvergadering. Men had elkaar immers een half jaar lang nauwelijks gezien. Er werd door een team in de 5e en een team in de 4e klasse aan de competitie deelgenomen. In juni werd het jaarlijkse clubtoernooi gehouden. Hierbij werden mevr. Roelofs en Hans Wijnen kampioen.

 

Het Udense toernooi werd dit jaar eveneens door Foetsie Moetie georganiseerd en ook hier wonnen de mensen van Foetsie Moetie, mevr. Roelofs en Frans van Stiphout, de bekers. Op 4 oktober 1964 werd ter afsluiting van het seizoen een gezelligheidstoernooi van uitsluitend mixed-dubbel gehouden. Lenie Aarts neemt het secretariaat weer over van Gerard van Dorst, die ontslag heeft genomen uit het bestuur en die we later terugzien als secretaris van De Zevenster.  

Er wordt door Foetsie Moetie bij de gemeente aangedrongen op een 2e tennisbaan!

blz-11

1965 - 1970

 

Mede als reactie op dit verzoek maar ook binnen het kader van haar beleidsplan legt de gemeente in 1965 het Centrecourt aan en wijst het toe aan Foetsie Moetie (de even weken) en De Zevenster (de oneven weken). In verband met de te spelen competitie kon Foetsie Moetie in maanden april, mei en  juni op zondag over de baan beschikken en De  Zevenster de rest van het seizoen. Het centre-court mocht alleen worden bespeeld als de andere baan bezet was, en mocht niet door de ambtenaren worden gebruikt. De invloed van de gemeente was groot in die tijd. Eerstens omdat de gemeente eigenaar-verhuurder was van het  hele park en ook het onderhoud ervan verzorgde. Maar de gemeente diende ook voorzichtig om te gaan met de onderliggende gevoeligheden.

 

Op een algemene ledenvergadering van dit jaar werd door Foetsie Moetie een eerste huishoudelijk reglement en een baan- en wedstrijdreglement vastgesteld.  

 

Al ging de accommodatie erop vooruit, de samenwerking tussen de beide clubs werd er nauwelijks beter op. Bleef De Zevenster door ballotage min of meer besloten, Foetsie Moetie hield haar deuren wijd open en organiseerde zelfs een propaganda-avond om het tennis in Uden te promoten. Foetsie Moetie groeide dan ook gestaag en kon vanaf nu om de andere week ook gebruik maken van het  centrecourt. De begroting van Foetsie Moetie liep op tot ƒ 3.507,00 en had zelfs een batig saldo van ƒ 473,38. Een nieuwe maatregel was, dat de leden voor het eerst zelf voor ballen moesten zorgen.  

blz-12Ook Uden bleef groeien en in mei 1966 werd de 20.000-ste inwoner bij de gemeente ingeschreven. Foetsie Moeti liep in dat jaar uit naar 94 senior- en 24  uniorleden. Er werd met 2  teams (in de 4de en 5de klasse) aan de competitie deelgenomen. Hierin wisten zij de 2de en 3de plaats te bereiken. De vereniging timmerde steeds meer aan de weg en deed dit jaar voor het eerst mee aan een jeugdcompetitie met Veghel, Schijndel en Nistelrode. Er werden plannen gemaakt om een trainer aan te trekken. Maar met de huur van één baan + het gedeeltelijk gebruik van centrecourt en paviljoen bleef het behelpen. Intussen liep de begroting op naar ƒ 4.400,00.  

 

De onderlinge wrijving tussen de beide tennisverenigingen werd dit jaar nog eens aangewakkerd, toen Foetsie Moetie besloot haar naam te wijzigen. Voorzitter Van ‘t Hul was het beu overal te moeten uitleggen, wat Foetsie Moetie eigenlijk betekende en haalde de ledenvergadering over de naam Foetsie Moetie te wijzigen in Tennis Vereniging Uden (T.V.U.). Deze naam was echter bij de leden van De Zevenster een doorn in het oog: “De petten deden alsof er maar één tennisvereniging in Uden was!”  

 

Onder deze nieuwe naam echter ging de groei van Tennisvereniging Uden in 1967 gewoon  door. Naast de gebruikelijke toernooien als het 11-gamestoernooi, de clubkampioenschappen en het Udense toernooi, waarvan de wisselbekers bij “T.V.U.” bleven, werd er dit jaar door de Udense jeugd aan een internationaal Pinkstertoernooi in Uden en later een return in Hannover deelgenomen. Hierbij werd wel duidelijk dat ook bij “T.V.U.” nog veel moest worden geleerd. Dit jaar werden dan ook 15 weken competitietrainingen gegeven door de heer Bronkhorst; de organisatie was in handen van mevrouw Gees Terband. Resultaat was wel, dat het 1ste team naar de 3de klasse en het 2de team naar de 4de klasse van de KNLTB promoveerde.  

 

Om al deze activiteiten in goede banen te leiden, werden er bestuurlijk voor het eerst een aantal commissies ingesteld, t.w. een paviljoencommissie, een technische commissie, een toernooicommissie en een jeugdcommissie, waarbij o.m. het vervoer van de jeugd naar competities moest worden geregeld.  

 

In 1968 werd bij Tennisvereniging Uden Joep Essink voorzitter en Hette Terband secretaris. Voor het eerst waren er voor T.V.U. 3 banen beschikbaar, waaronder het medegebruik van het centrecourt. Er werd door 4 teams gespeeld in de landelijke competitie van de KNLTB en door 2 jeugdteams in de “Kring Den Bosch”. In 1968 werd Jan Schagen (leraar aan de Levensschool in Uden) voor enkele uren per week als trainer van T.V.U. aangesteld. Mevr. Terband ging met knipkaarten (5 lessen voor ƒ 25,--) de boer op om de kosten te drukken.   In de eerste gemeentegids van Uden, het zgn. vademecum van 1969, staan dan de volgende tennisverenigingen vermeld:

I. Tennisclub “De Zevenster”: Voorz.: P. Bollen, Zeeland, secr.: G. van Dorst; pgm: Ph. Van Campen.

Aantal leden: 100 senior-, 37 junior- en 14 vakantie-leden.

Opgericht: 1 april 1933; (akte 15-7-1935).

II. Tennisvereniging Uden “T.V.U.”:

Voorz.: J. Essink, secr. H. Terband. pgm: mevr. A.van Engelen.

Aantal leden: 290. Opgericht 2 mei 1946 en aangesloten bij de KNLTB in 1956.

III. Tennisvereniging van ambtenaren:

Voorz : C.Horck †; secr.: P.Smits. Opgericht 1-5-1961; 70 leden.  

 

Uit deze eerste officiële informatie blijkt, dat Tennis Vereniging Uden in ledental intussen tweemaal zo groot was als De Zevenster en dat de Tennisvereniging Ambtenaren op haar oorspronkelijke omvang was blijven steken. 

blz-14

Er was op tennisgebied over de hele lijn duidelijk sprake van vooruitgang, maar twee clubs op hetzelfde park en in hetzelfde paviljoen zouden met hun verschillende belangen en ambities echte vooruitgang in de weg staan. Dat was voor de besturen wel duidelijk. De toenmalige voorzitter van De Zevenster, P. Søpnel, had al eens bij zijn contacten met zijn vriend en voorzitter van T.V.U., J. Essink † , gesproken over de mogelijkheden van een fusie van de twee verenigingen.

blz-15

1970 - 1975

De gemeente Uden groeide intussen door en in 1972 werd de 25.000-ste inwoner verwelkomd. Deze snelle opmars had natuurlijk consequenties voor de hele Udense samenleving en met name voor b.v. de verschillende takken van sport. Omdat de hockeyclub M.H.C.U. inmiddels een eigen paviljoen had gebouwd, kwam het bestaande paviljoen dit jaar volledig ter beschikking van het tennis en werd daarbij ook nog voor ƒ 60.000,-- verbouwd.

 

Door de verhuizing van de hockeyclub kwam een einde aan het gezamenlijke gebruik van het paviljoen, en het steeds weer overdragen van de inboedel en voorraad tussen hockey en tennis. Tevens ontstond de mogelijkheid voor de aanleg van meer tennisbanen. Hierdoor komen vanaf half mei door uitbreiding van het park 11 gravelbanen en het centrecourt ter beschikking van de drie tennisverenigingen, met de volgende verdeling:

7 banen voor T.V.U. en een ½ centrecourt;

2 banen voor De Zevenster en een ½ centrecourt;

baan 8 voor de Ambtenarentennisvereniging;

baan 2 voor de helft voor TVU en De Zevenster.  

 

In de ledenvergadering van februari 1972 wordt Frans van Duren voorzitter en Hette Terband secretaris van Tennisvereniging Uden. In dezelfde vergadering staan de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging ter discussie met als doel: het verkrijgen van koninklijke goedkeuring. T.V.U. zit met intussen 578 leden duidelijk in de lift en wil op alle terreinen vooruit.

blz-16 

De toenaderingspogingen tussen de besturen van Tennisvereniging Uden (Frans van Duren en Hette Terband) en van De Zevenster (Paul Søpnel en Rietje Enter) werden voortgezet door nog eens serieus met elkaar te praten. De tijd leek geleidelijk aan rijp voor een fusie.   Nadat de besturen met elkaar op een lijn waren gekomen en concrete afspraken hadden gemaakt, werden op 30 november 1972 de leden van beide verenigingen afzonderlijk bijeen geroepen en met strikt omschreven fusievoorstellen geconfronteerd: De nieuwe vereniging zou 9 bestuursleden krijgen, waarvan 3 afkomstig van De Zevenster en 6 van T.V.U. Alle bezittingen en schulden, rechten en verplichtingen van beide verenigingen gaan onverkort en zonder enig voorbehoud over op de nieuwe vereniging. Er wordt door beide ledenvergaderingen een eensluidend besluit tot ontbinding van De Zevenster en TVU op de dag en het uur, waarop de nieuwe vereniging wordt opgericht.  

 

Tijdens deze vergaderingen hadden de besturen telefonisch contact met elkaar om te peilen, hoe “de anderen” erover dachten en hoever de vergadering was gevorderd. Het waren spannende uren, maar uiteindelijk werd met grote meerderheid in beide vergaderingen tot samengaan besloten.  

 

Al moest er formeel voor de opheffing van beide verenigingen op 14 december d.a.v. een tweede ledenvergadering worden belegd, het gezonde verstand had in het belang van het tennis in Uden gezegevierd. Het groene licht was gegeven voor de ontbinding van De Zevenster en van Tennisvereniging Uden.  

 

Op 18 januari 1973 was de oprichtingsvergadering van de nieuwe vereniging, waarbij de 2 bestaande verenigingen werden ontbonden. De naam gaf nog even een probleem. Als Foetsie Moetie in de ogen van De Zevenster niet zo eigenzinnig was geweest haar naam te veranderen in  Tennisvereniging Uden, zou deze naam wellicht zijn gekozen als de naam van de nieuwe vereniging; maar bij De Zevenster lag deze naam nog te gevoelig.  

 

De nieuwe vereniging werd Lawn Tennis Club Uden gedoopt en goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 6 juli 1973. Er werd met opzet niet gekozen voor de optie, dat LTC Uden een fusie was van twee bestaande verenigingen en als zodanig een van de oudste clubs van Nederland zou zijn. Er is formeel een nieuwe vereniging opgericht, zodat men het stukje geschiedenis tot op dit moment alleen kan zien als de prénatale fase van LTC Uden.. De naam De Zevenster wordt op dit moment door de Stichting Vrije School Uden gebruikt voor haar school op Bosveld 122.   In het eerste bestuur van de vereniging werden op basis van zgn. “bloedgroepen” gekozen: Als voorzitter: F. van Duren (TVU); vice-voorzitter: P. Søpnel (Zevenster), secretaris: H. Terband (TVU), penningmeester: A. Buiteman (Zevenster), en leden: Mevr. Koene, Mevr.Enter, C. Boef, H. Roos en J.v.d.Schaft. Voornamen werden toen nog steeds weinig gebruikt.  

 

Al was LTC Uden met 725 leden op dat moment wellicht de grootste tennisvereniging van Uden en omstreken, bij de start van de vereniging bestond er niet veel meer dan de doelstelling in de statuten:

“wij willen de tennissport bevorderen”.

Voor het bestuur van de nieuwe vereniging was het duidelijk, dat zo’n grote vereniging alleen zou kunnen functioneren, indien er een organisatiestructuur, gebaseerd op een bepaald efficiënte model, zou worden gehanteerd. De operationele taken binnen de club dienden duidelijk te worden omschreven en samen met de bijbehorende bevoegdheden aan commissies onder leiding van een bestuurslid te worden toegewezen. De commissies zouden zelf hun plannen ontwerpen en deze, vergezeld van een begroting, indienen bij het bestuur.

Het bestuur kwam in 1973 dertien maal bijeen.  

 

Uitgaande van deze uitgangspunten werden werkterreinen omschreven zoals in- en externe contacten, de verzorging van accommodatie en paviljoen en als hoofdzaak het tennis in prestatieve en recreatieve zin, waarbij met name de jeugd bijzondere aandacht zou krijgen. Op basis hiervan kwam het bestuur tot de volgende commissie-indeling: Technischecommissie; toernooicommissie; kascommissie; recreatiecommissie; redactiecommissie; paviljoencommissie; jeugdcommissie; bouwcommissie (verbouwing paviljoen). Elk bestuurslid kreeg de zorg voor een commissie. Deze opzet van commissies was voor die tijd verklaarbaar. De commissies waren afgestemd op de situatie van dat moment, waarbij de gemeente eigenaar was van het hele complex.  

blz-18De nieuwe vereniging had 10 gravelbanen, inclusief het centrecourt, (één baan was verhuurd aan de Tennisvereniging Ambtenaren) en ging met een begroting van ƒ 52.800,00 enthousiaste van start: De koninklijke goedkeuring werd verkregen op basis van de nieuwe statuten. De bouwcommissie onderhandelde met de gemeente over de verbouwing van het paviljoen en het onderhoud van de banen. De technischecommissie verzorgde met Jan Schagen de trainingen van competitie- en jeugdspelers in de Markthal en de gymzaal van de H. Geestschool. Er werd met 6 teams aan de competitie van de KNLTB deelgenomen: (1 in de 3e klas; 2 in de 4e klas; 2 seniorenteams 5e klas en 1 jeugdteam 5e klas). Door de recreatiecommissie werden gezelligheidstoernooien georganiseerd, zoals een openingstoernooi in april en een echtparen- vechtparen toernooi ter afsluiting van het tennisseizoen in september. De toernooicommissie zorgde injuni voor een open B, C, D-toernooi en in augustus een open jeugdtoernooi. Bijna traditioneel (immers al jaren bij T.V.U. georganiseerd) werden in augustus de Udense kampioenschappen gehouden. De redactiecommissie zorgde voor het eerste clubblad!

De toon was gezet, maar er moest op alle terreinen nog veel worden gebouwd en gesleuteld!   De gekozen organisatieopzet zou alleen maar kunnen werken met goede bestuursleden, aangevuld met enthousiaste vrijwilligers voor het commissiewerk en het veldwerk.

 

Vanaf de start van de nieuwe vereniging werd daarom een sterk beroep gedaan op de vrijwillige hulp van de eigen leden. De successen van LTC Uden zijn dan ook vooral te danken aan het feit, dat veel leden bereid waren voor een aantal jaren een goed deel van hun vrije tijd in hun tennisvereniging te investeren. Zij waren de constante factor, nodig voor de groei van een gezond LTC Uden. Door de jaren heen hebben reeksen van elkaar opvolgende besturen en commissies de steeds bijgestelde doelstellingen gerealiseerd.